Het geheim van de Bossche bol
Het geheim van de Bossche Bol ligt in de unieke combinatie van smaak, techniek en traditie. Deze culinaire lekkernij, afkomstig uit Den Bosch, is beroemd vanwege zijn luchtige binnenkant, rijkelijk gevulde slagroom en de stevige laag pure chocolade die de bol bedekt.
De kern van het geheim:
- Luchtige soezendeeg:
De basis van een Bossche Bol is een perfecte soezenbol, die in de oven exact de juiste luchtigheid krijgt. Het deeg moet licht zijn maar stevig genoeg om de slagroom te dragen. - Vers geklopte slagroom:
De slagroomvulling is essentieel. Deze wordt met precisie en zorg bereid, zodat hij romig, luchtig en niet te zoet is. - Chocoladecoating:
Het glazuur is gemaakt van pure chocolade van hoge kwaliteit, vaak gemengd met een beetje boter of slagroom om de juiste glans en structuur te krijgen. Het dompelen van de soezebollen in deze warme chocolade is een vak apart, waarbij ervaring een grote rol speelt. - Ambacht en traditie:
Banketbakkerij Jan de Groot, de meest iconische plek om een Bossche Bol te proeven, bewaakt het recept als een goed bewaard geheim. Hoewel veel bakkerijen en cafés hun eigen versie maken, claimt de bakkerij dat het traditionele recept alleen bij hen authentiek is. - Verse bereiding:
Bossche Bollen worden bij voorkeur op dezelfde dag bereid en gegeten, zodat de smaken het beste tot hun recht komen.
Leuk weetje:
De originele Bossche Bol werd in het begin van de 20e eeuw bedacht en was aanvankelijk iets kleiner dan wat we nu kennen. Door de jaren heen is hij uitgegroeid tot de royale lekkernij die we vandaag waarderen.
Tip: Als je ooit in Den Bosch bent, is het een must om de authentieke Bossche Bol bij Jan de Groot te proeven. Maar pas op: één bol is vaak al genoeg voor een zoete overdaad! 😊
De Geschiedenis van de Bossche bol
Een Bossche bol of sjekladebol (chocoladebol) is een gebakspecialiteit uit ‘s-Hertogenbosch die wordt gebakken van soezenbeslag, en geglazuurd met gesmolten chocolade daarna gevuld met slagroom. Bossche bollen hebben een diameter van ongeveer 12 cm en zijn daarmee grote gebakjes. De lekkernij wordt voornamelijk buiten ‘s-Hertogenbosch als “Bossche bol” aangeduid, in de stad zelf als “sjekladebol”.
De voorgangers van de Bossche bol
Soezen, met hartige of zoete vulling, bestaan al eeuwenlang. De soes gevuld met zoete crème of room is geen Bossche of Brabantse vinding. Al in 1815 adverteert een Utrechtse bakker met ‘roombollen’. Roombollen werden in heel Nederland gemaakt in talloze varianten.
Zo komt de vraag op of de chocolade bol vroeger misschien onder een andere naam werd verkocht. Banketbakkerij De Klok in de Vughterstraat (van J. Lambermont) adverteert op 14 maart 1892 met roombollen. Enkele dagen later plaatst patissier G.J. Mandos-Baudoin, gevestigd in de Ridderstraat A300 (nu nr. 14) een advertentie. Hij meldt daar dat zijn chocolade roombollen ”dagelijks versch voorhanden” zijn. Dat lijkt er al een beetje op.
De eerste vermelding van de Bossche bol
Heel veel Bossche banketbakkers maakten chocolade bollen. Elke bakker had daarvoor zijn eigen recept, al waren de verschillen waarschijnlijk niet heel groot. En gelukkig adverteerden ze ook volop, vooral in de Provinciale Noordbrabantsche en ’s-Hertogenbossche Courant. Daar vinden we advertenties van Bossche banketbakkers, zoals Lambermont, Van Berkel, Van Hove, De Witte Brug, enzovoort.
In een advertentie op 19 januari 1903 komen we voor het eerst de naam ‘chocolade bol’ tegen: Banketbakkerij De Klok in de Vughterstraat (van J. Lambermont), meldt dat zijn chocolade bollen “steeds voorhanden” zijn. De bollen staan vermeld tussen allerlei andere gebaksoorten, wat doet vermoeden dat deze dus al veel langer tot het standaard assortiment horen.
Een andere telg uit het bakkersgeslacht Lambermont, Josephus Johannes Lambermont bestierde sinds 1872 de banketbakkerij aan de “Vischstraat 16”. Zijn gelijknamige zoon, die hem begin 20ste eeuw opvolgde, adverteert in 1919 meerdere malen dat zijn chocolade bollen de enige echte zijn “omdat wij dit artikel reeds meer dan 30 jaren als een specialiteit onzer zaak voeren”.
Er is geen hard bewijs te vinden dat hij ze al zo lang onder die naam verkocht. Maar: van de talloze andere bollenbakkers in de stad verscheen niet één protestadvertentie tegen deze nogal dwingende stelling. Iets wat men toch echt wel deed als een concurrent een onjuiste bewering deed. (Bij gebrek aan media als Twitter en Facebook vocht men destijds onderlinge geschillen soms uit middels advertenties in de krant.)
Wat zat er in?
Wat we natuurlijk niet weten is hoe die bollen werden gemaakt en wat er precies in zat. Dat wordt er niet bij vermeld. Bakker Josephus Johannes Lambermont uit de Visstraat 16 meldt dan wel consequent in al zijn advertenties dat hij de “eenige echte chocolade bollen” verkoopt, maar waarmee ze zijn gevuld staat er niet bij.
Dat verandert in februari 1924. Dan adverteert deze bakker voor het eerst dat hij “als nieuwste, naast onze bekende Lambermont’s chocolade bollen met crêmevulling” nu ook bollen met “zuivere slagroomvulling” verkoopt. Dan mag je aannemen dat hij al zijn chocolade bollen vóór die datum vulde met die crème. Waarschijnlijk was dat crème de pâtissière, ook wel bekend als banketbakkersroom, gele room of roomvla.
Tot 1938 adverteert Lambermont, net als andere bakkers, met beide varianten; de klant kan kiezen. Daarna wordt alleen nog de slagroomvariant aangeprezen en lijkt de bol met crèmevulling van het toneel verdwenen te zijn.
Wie bedacht dat er slagroom in moest,’s-Hertogenbosch of Den Haag?
Als het gaat over de geschiedenis van de chocolade bol met slagroomvulling dan kom je twee hoofdrolspelers tegen; Bosschenaar Josephus Johannes Lambermont en Hagenaar Henri van der Zijde. Allebei gevestigd in de Visstraat.
Josephus Johannes Lambermont bestierde vanaf 1872 de bloeiende banketbakkerszaak op nummer 16. Zoals we eerder zagen had hij veel succes met zijn met crème gevulde chocolade bollen. In 1920 kreeg hij pal tegenover zijn zaak een concurrent: de jonge Haagse bakker Henri van der Zijde (1892-1950) nam de bakkerij van Scheefhals over aan de Visstraat 25/ hoek Smalle Haven. Hij begon er een Haagsche lunchroom en banketbakkerij.
Van der Zijde zou, volgens ontelbare vermeldingen op het internet en andere media, kort na de opening van zijn zaak een eigen versie hebben bedacht van de chocolade bol. In plaats van bollen met crèmevulling zoals zijn overbuurman (en alle andere Bossche bakkers) die verkochten, bedacht hij dat een slagroomvulling nog lekkerder zou zijn. Daarmee zou hij, zoals vandaag de dag overal te lezen is, de uitvinder zijn van de chocolade bol zoals wij die nu kennen…
Of toch niet? Want: waar is het overtuigend bewijs voor deze bewering? De teksten op het internet zijn letterlijk geknipt en geplakt. Nergens is eigen onderzoek gedaan. De enige bronnen en ‘getuigen’ die genoemd worden zijn verre familieleden die het van horen zeggen hebben.
Merkwaardig
Henri van der Zijde adverteerde, net als Jos. Joh. Lambermont, zeer regelmatig en uitvoerig , o.a. in de Provinciale Noordbrabantsche en ’s-Hertogenbossche Courant. Uit onderzoek blijkt: er is geen enkele advertentie te vinden waarin Van der Zijde meldt dat hij chocolade bollen levert!. Hij adverteerde wel met: chocolade figuren, speculaas, boterletters, amandelletters, appelbollen, appelbeignets, sneeuwballen (een oudjaar lekkernij gevuld met slagroom en confituren), diverse soorten slagroomgebakjes , salades, pasteitjes, croquetten en ga zo maar door. Maar geen chocolade bol te bekennen!
Dat is toch op zijn minst merkwaardig te noemen. Vooral omdat we al eerder zagen dat zijn overbuurman Lambermont vanaf 1924 “als nieuwste” adverteert met een slagroomvariant van zijn “eenige echte chocolade bollen” en daar in 1938 zelfs helemaal op overschakelt.
Haagse invloed uiterst onzeker
Hoe aannemelijk is het alom bekende verhaal dat Hagenaar Henri van der Zijde de bol met slagroomvulling heeft bedacht? Van der Zijde deed er als ondernemer alles aan om van zijn zaak een succes te maken. Zou hij dan niet groots hebben uitgepakt met een zelfbedachte variant op de aloude chocolade bol? Zou hij daar dan niet uitbundig mee hebben geadverteerd? En zou vooral zijn overbuurman Josephus Johannes Lambermont niet ongetwijfeld grof reclamegeschut hebben ingezet om die Haagse bluf onschadelijk te maken? Niets van dat alles…
Nu kan het natuurlijk zijn dat Van der Zijde zijn chocolade bollen verkocht onder een andere naam. En ja, het is natuurlijk ook nog mogelijk dat Van der Zijde, als goede overbuur, aan Lambermont de collegiale tip heeft gegeven om zijn chocolade bollen eens met slagroom te vullen, maar heel erg voor de hand liggend is dat allemaal niet. Dit alles maakt het op zijn minst twijfelachtig dat Hagenaar Henri van der Zijde de ‘vader’ van onze chocolade bol zou zijn.
Tegenwoordig beschouwen de meeste Bosschenaren de chocolade bollen van bakker Jan de Groot aan de Stationsweg als ‘de enige echte’. Ze zijn dan ook ongekend populair. Kom niet aan (de chocolade bollen van) Jan de Groot, want dan raak je de Bosschenaar in zijn ziel. Maar, het moet gezegd, er is geen sprake van dat De Groot in de jaren dertig heeft bedacht om de bollen voortaan met alleen slagroom te vullen, er is voldoende bewijs dat andere Bossche bakkers dit al vanaf 1924 deden.
Conclusie
Wie de eerste chocolade bol heeft uitgevonden en wie de slagroomvulling heeft bedacht valt (tot op heden) niet met glashard bewijsmateriaal aan te tonen. Enerzijds zijn het voornamelijk verhalen “van horen zeggen”, herinneringen van nazaten van de betrokken bakkers die vertellen welke rol hun voorvaderen hierin speelden. Soms zijn die zelfs in tegenspraak met wat er wel aan concreet bewijsmateriaal is.
Dat de Haagse bakker Henri van der Zijde er iets mee te maken heeft gehad, daarvoor is tot op heden geen concreet bewijs gevonden. Dat bakker Jan de Groot als eerste de bol vulde met slagroom is aantoonbaar onjuist. Anderzijds zijn er de advertenties van Bossche bakkers. En die maken het vooralsnog toch wel aannemelijk dat de eerste chocoladebollen ‘met slagroom’, dus de huidige bekende, op 23 februari 1924 voor het eerst werden verkocht bij Lambermont in de Visstraat.